2024

Programma voorjaar 2024


2023


• Donderdag 27 april: Lezing door Tim Soens: "Tussen pest en Spaanse griep, sterfte doorheen de geschiedenis"

• Donderdag 16 maart: LEZING DOOR GUIDO TACK
12 000 JAAR BOS T’ ENAME
Guido Tack is conservator van het Bos t’Ename en hoofdauteur van het magistrale boekwerk over dit onderwerp, waaraan ook ons lid Nele Vanmaele meewerkte. Beroepsmatig werkt hij bij het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid op het snijvlak met natuur en bos, landbouw en ruimtelijke ordening. Het brede publiek kent hem als een bevlogen spreker wat dus garant staat voor een bijzondere en leerrijke avond. Bos t’Ename kan op vele vlakken model staan voor alle andere bossen in de Lage Landen, maar onderscheidt zich sterk door de veelheid van kennis die erover is vergaard. Duizenden jaren geschiedenis liggen hier op de bodem en werden bovengespit. Bijna veertig jaar intensief onderzoek bracht de biodiversiteit uit het verleden in kaart, maar daarnaast spitste het onderzoek zich ook toe op de inventarisatie van de actuele biodiversiteit. Vele tientallen specialisten uit binnen- en buitenland en vrijwilligers hebben zich daarbij ingezet om de 15 à 19.000 soorten in kaart te brengen. Maar ook de cultuurhistorische evolutie komt aan bod, gekaderd tegen de achtergrond van de landschapsvorming doorheen de eeuwen. De lezing is een samenwerking met Natuurpunt en Het Land van Nevele.

• Vrijdag 17 februari: LEZING DOOR FRITS DEWAELE
HET VERHAAL VAN DE VEERPONT EN SCHEEPSWERF DE SMET IN GOTTEM
Frits DeWaele is gepassioneerd door boten allerlei en streeft naar het behoud en onderzoek van het varend erfgoed. Dat vertaalt zich in zijn functie als ondervoorzitter van de vereniging “Watererfgoed Vlaanderen”.Hij zal ons meenemen via een tijdslijn in een stukje bijzondere maritieme geschiedenis dat zeer sterk verbonden is met Gottem en de grote namen uit de yachting van Gent en Antwerpen. Zij die de tentoonstelling in ‘Mudel’ bezocht hebben tijdens de coronapandemie, ontdekten dat er in Gottem bij Deinze een kleine scheepswerf aan de Leie lag tijdens het interbellum. De activiteiten van de scheepswerf zijn geëindigd in de jaren vijftig van vorige eeuw. Het echtpaar Cyriel De Smet en Anna Voet was kinderloos gebleven en door de slechte economische toestand in de naoorlogse periode kon er geen overnemer gevonden worden. Met de plannen voor de rechttrekking van de Leie, verloren het veerpont en de werf, gelegen aan een afgesneden Leie-arm, hun laatste reden van bestaan. Het is door inzage te krijgen in het fotoalbum van Cyriel De Smet dat de auteurs het verhaal van de werf hebben kunnen reconstrueren in boekvorm. Het veerpont over de Leie tussen Gottem en Machelen was duizend jaar lang actief en het was ook daar dat de werf opgestart werd in 1875 door Adolf Desmet. Na WO I bouwde zijn zoon Cyriel De Smet de jachtwerf uit met naambekendheid tot in het buitenland.Hoe Cyriel dit gedaan heeft, is vooral te danken aan zijn goede relatie met Maurice Pauwaert en leden uit de yachting tijdens het interbellum. Dit kwam uit het onderzoek duidelijk naar boven. Cyriel De Smet stelde in zijn advertentie dat zijn werf kon wedijveren met de beste Engelse en Nederlandse jachtwerven en dit aan een scherpe prijs. Door alles op de tijdlijn te plaatsen, brengt Frits De Waele een overzicht van hoe de watersport zich ontwikkeld heeft en de rol die Adolf en Cyriel De Smet daarin hebben opgenomen. Dit verhaal is méér dan een aanrader voor zij die het ambacht van de scheepsbouwer uit eigen streek willen ontdekken.



2022


• WOENSDAG 21 DECEMBER: VOORSTELLING JAARBOEK & LEZING
Deze gaan door in het mudel om 19uur 30; gratis toegang; achteraf wordt een drink aangeboden door het mudel.

‘Bronstijdboeren en het vroegmiddeleeuwse Leerne’ lezing door Johan HOORNE Dankzij een brede samenwerking (met o.a. Dunsa) naar aanleiding van de Archeologiedagen 2022 konden de archeologen van De Logi & Hoorne van drie recente opgravingen in Bachte-Maria-Leerne een tijdslijn van meer dan 2500 jaar reconstrueren. Ontdek de boerderijen en begravingen van de bronstijd, een unieke houten schaal uit de ijzertijd, een volledig Romeins landschap en de vroegmiddeleeuwse voorloper van Leerne. 12 bijdragen, Geschiedenis , kunst en erfgoed komen aan bod 352 pagina’s Talrijke figuren, waarvan enkele in kleur

• DINSDAG 8 NOVEMBER: LEZING door Prof. Dr. Magda DEVOS:
‘DE REGENBOOG VAN DE VLAAMSE DIALECTEN’,
i.s.m. Het Land van Nevele
Mudel, 19u30, gratis toegang
Het dialectlandschap in Vlaanderen is buitengewoon versnip¬perd. Er is West-Vlaams, Oost-Vlaams, Brabants, Antwerps en Limburgs, maar binnen elk van die dialectfamilies bestaat er nog een grote verscheidenheid. Dat is niet altijd zo geweest. Vandaag is er bij voorbeeld sprake van twee soorten Vlaams (West- en Oost-Vlaams), maar tot na de middeleeuwen bestond er maar één Vlaams, dat gesproken werd tot aan de Schelde in het Waasland en de Dender in Zuid-Oost-Vlaanderen, waar het Brabantse dialectgebied begint. Van dat oude Vlaams is het tegenwoordige West-Vlaams de directe erfgenaam: het heeft de klankstructuur van het middeleeuwse Vlaams grotendeels bewaard. De oude Vlaamse taaleenheid ging verloren doordat oostelijk Vlaanderen onder Brabantse invloed een aantal taalvernieuwingen kende waaraan het westen niet deelnam. Die vernieuwingen waren zo ingrijpend dat ze het oude, homogene Vlaamse landschap in tweeën hebben gekliefd. Voortaan vormden het conservatieve West-Vlaams en het vernieuwingsgezinde Oost-Vlaams twee aparte dialectfamilies. Hoewel het West-Vlaams een veel grotere eenheid vertoont dan het Oost-Vlaams, heeft het niettemin heel wat verscheidenheid ontwikkeld, zodat we vandaag kunnen spreken van drie of vier West-Vlaamse subdialecten. In de lezing wordt op een boeiende en voor iedereen begrijpelijke manier verteld hoe die grote versnippe¬ring van het Vlaamse dia¬lectlandschap in de loop van de eeuwen tot stand is gekomen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de tegenstellingen binnen het West-Vlaams (en eventueel ook het Oost-Vlaams). De uiteenzetting wordt geïllustreerd met een reeks kaartjes waarop de spreiding van dialectkenmerken staat afgebeeld.

• ZATERDAG 22 OKTOBER: HERFSTUITSTAP NAAR DOEL EN OMGEVING
De najaarsuitstap brengt ons naar het uiterste oosten van de provincie, in de schaduw van de haven van Antwerpen, meer bepaald naar de gemeente Beveren-Waas. De meesten onder ons kennen de naam hoofdzakelijk van de richtingaanwijzers als we in de file staan voor de zo gevreesde Kennedytunnel. Zelfs na de laatste fusies is het na Gent de grootste gemeente van Oost-Vlaanderen gebleven (150 km²). Naast Beveren zelf telt het 7 deelgemeenten: Haasdonk, Kallo, Melsele, Vrasene, Kieldrecht, Verrebroek en Doel. Het noordelijk en het oostelijk deel bestaan uit polders, waarin de Waaslandhaven zich diep heeft ingesneden. De rest van het gebied bestaat uit dekzand met plaatselijk nog bolle akkers, dé ontginningsvorm van het Waasland.

• OPEN MONUMENTENDAG ZONDAG 11 SEPTEMBER
Vernield en verrezen Fietsen en genieten in het landelijke Landegem De naam Landegem klinkt misschien niet zo aantrekkelijk als het over erfgoed gaat, of misschien enkel voor landelijk erfgoed. Behalve voor zijn station en de snelle fietsmogelijkheid langsheen het Schipdonkkanaal, is Landegem bij menig Deinzenaar onbekend. Je kan dus enkel aangenaam verrast worden tijdens de Open Monumentendag 2022! Zoals de traditie het onderhand wil, is de auto niet echt gewenst op dit landelijke traject. Fietsen is de boodschap en met een kleine negen vlakke kilometers in het vooruitzicht is dat echt geen grote inspanning. Een getrainde wandelaar zal evenmin moeite hebben om dit parcours op tijd af te stappen, tenzij hij/zij natuurlijk blijft plakken op de talrijke mooie plekjes. De bloedrode draad doorheen het parcours is oorlog, de Eerste Wereldoorlog in het bijzonder.

• DONDERDAG 30 JUNI: ‘ROMEINSE WIJNEN EN WIJNGAARDEN: TERUG VAN NOOIT WEGGEWEEST’
Lezing door Dr. Dimitri Van Limbergen ( Vakgroep Archeologie, UGent), gevolgd door een proeverij van antieke Romeinse wijnen. Mudel, 19u30 De laatste jaren gebeurt er veel interdisciplinair onderzoek naar Romeinse wijnbouwsystemen en -technieken, de rol van klimaat hierin, en naar oude wijnproductie procedures met behulp van grote keramische gisting- en opslagcontainers (de zogenaamde Romeinse ‘dolia’). Aan de hand van recente archeologische en historische datasets uit de Mediterrane wereld, en met behulp van etnografische inzichten uit Italië en Georgië, gidst archeoloog-historicus Dimitri Van Limbergen ons doorheen de antieke, vaak verrassende wijnlandschappen van de Romeinse wereld, en probeert hij het specifieke smaakpatroon van Romeinse wijnen te ontrafelen. De lezing wordt afgesloten met een proeverij van enkele natuurwijnen, gemaakt volgens oude technieken.

• 19 tot 21 MEI: ARCHEOLOGIEDAGEN- ‘OP STAP DOOR DE TIJD IN BACHTE-MARIA-LEERNE - OVER BRONSTIJDBOEREN, EEN ROMEINS LANDSCHAP EN VROEGMIDDELEEUWSE BEGRAVINGEN’
De Deinse ondergrond heeft heel wat archeologisch potentieel. Het archeologisch bedrijf ‘De Logi & Hoorne’ voerde de laatste jaren drie opgravingen uit in Bachte-Maria-Leerne. De vindplaatsen liggen vrij dicht bij elkaar en leverden telkens interessante en verrassende vondsten op uit verschillende periodes. De archeologen vonden zo een grote boerderij uit de bronstijd van ongeveer 3600 jaar oud, een bijzondere houten schaal uit de ijzertijd, een quasi volledig landschap uit de Romeinse periode en niet alleen de vroegmiddeleeuwse voorloper van het dorp uit de 7e-8e eeuw, maar ook twee gelijktijdige begravingen. Voor de Archeologiedagen van 19 t.e.m. 22 mei 2022 slaan de Stad Deinze, Dunsa, Het Land van Nevele, de Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) Leie Schelde, Cultuurregio Leie Schelde en het bedrijf ‘De Logi & Hoorne’ (met extra sponsoring van kraanfirma ‘De Pourcq’ uit Astene) de handen in elkaar om de buurt haar verleden te leren kennen.

• DONDERDAG 17 FEBRUARI: ‘BELGEN IN AMERIKA: EEN ARCHEOLOGISCHE ANALYSE VAN MIGRATIE IN DE 19e EN 20e EEUW’
Lezing door Dr. Maxime Poulain, Vakgroep Archeologie, Universiteit Gent
Mudel, 19u30.
Gedurende de 19de en de vroege 20ste eeuw, vestigen zich meer dan 30 miljoen Europeanen in Canada of de Verenigde Staten van Amerika. Onder deze migranten bevonden zich ook heel wat Belgen, hun aantal wordt geschat op zo’n 200.000. Veel van hen waren afkomstig uit de regio rond Gent – dus ook uit Deinze – en bouwden hun nieuwe leven op in de Midwest, het gebied rond de Grote Meren. Maxime Poulain maakte diezelfde reis. In het kader van een onderzoeksproject aan de Universiteit Gent trok hij naar de VS om er de nalatenschap van deze Belgische migranten te bestuderen in dorpjes zoals Brussels, Namur en Rosiere. Hij benadert deze problematiek vanuit een archeologisch perspectief, en focust hierbij op het materiële, alledaagse leven van deze migranten tijdens de oversteek, het zoeken naar een geschikt stukje land en de uiteindelijke integratie in de Amerikaanse samenleving. Deze integratie is echter nog steeds niet voltooid: verschillende elementen (van taal tot bakstenen woningen) blijven namelijk behouden tot op vandaag. Archeologie kan helpen om dergelijke hybride culturele praktijken te bestuderen en draagt zo haar steentje bij aan de bewustwording rond en bewaring van dit unieke Belgische erfgoed.